Rossi maakt materieschilderingen met frescotechniek
Raffaele Rossi is geboren en getogen in Italië, waar hij studeerde aan de Kunstacademie Novara. Aangetrokken door de Venetiaanse schilderkunst, besloot hij lessen te gaan volgen bij twee Venetiaanse kunstenaars, te weten Valeria Rambelli en Ottone Marabini. Zijn eerste tentoonstelling volgde spoedig in 1975 in Venetië en in 1978 in Mogliano. De techniek die hij van Marabini leerde, past hij nog steeds toe volgens beproefd recept.
Materiekunst op paneel
De vermenging van zand, krijt en lijm is een oud recept en heeft door de eeuwen heen houdbaarheid en kwaliteit bewezen. De reden van Raffaele Rossi om de frescotechniek te gebruiken is dat hij hiermee massa kan maken waarin hij tekens, krassen en reliëfs kan verwerken. Al op jonge leeftijd was Rafaelle Rossi zich bewust van het bestaan van een bovennatuurlijke wereld en heeft zich daar voortdurend in verdiept. In het kunstenaarschap ziet hij de juiste mogelijkheden om te bemiddelen tussen de verschillende werelden. Beelden die hij zich vormt van de enigmatische werkelijkheid laat hij in zijn schilderijen verschijnen in getransformeerde vorm. De toeschouwer kan zich op zijn eigen wijze laten beïnvloeden en zich laven aan de positieve energie die met de kijkervaring verkregen kan worden.
Een belangrijk thema is dat van de Argonauten. Met de verbeelding van de reis van de Argonauten wil hij aangeven dat ieder individu een reis maakt, waarvan hij kan leren. Dat hiervoor strijd geleverd moet worden is bekend. De thema’s worden echter zo organisch uitgewerkt en zozeer procesmatig benaderd, dat een heel eigen werkelijkheid ontstaat die niet belerend is. De materie en de wijze waarop materie wordt gestructureerd vertellen het verhaal.
Exposities Galerie Delfi Form 2002, 2006, 2008, 2011
Verdere exposities o.a.: Kwai Fung Hin Art Gallery te Hongkong; Galerie 40, Christine Rother te Wiesbaden,Galleria Lydia Palumbo Scalzi te Latina
Boeken:
‘Raffaele Rossi, argonauti, guerrieri e altre storie’ door Carmen Rossi (2005)
‘Rossi’, door Marco Goldin (1997)
|
|